INNOVATIEPROJECT
Een efficiëntere koeling verhoogt de prestaties van atleten en kan dus een impact hebben op het resultaat van een wedstrijd. Een aantal bedrijven uit Vlaanderen en Nederland willen daarom nieuwe manieren van koeling bedenken en uittesten. Ze krijgen steun van CrossRoads2.
Een wielrenner die 50 kilometer per uur rijdt, heeft op de trappers een vermogen nodig van ongeveer 500 watt. Bij die inspanning wordt ongeveer 2000 watt warmte geproduceerd. Het project Cooling Platform bekijkt hoe het die warmte efficiënter kan laten afvoeren via innovatieve outfits. De projectpartners vertrouwen erop dat verschillende nationale wielerploegen in de toekomst hun tenue met koeling zullen dragen.
Complementair
Een eerste stap in het project is de knowhow van de verschillende partners in kaart brengen. De betrokken bedrijven zijn erg complementair. Bioracer (Flanders’ Bike Valley) produceert de pakken van onder andere de Belgische en Nederlandse nationale ploegen, het bedrijf INUTEQ International BV maakt diverse koelingstoepassingen, het Cycling Performance Centre is een sportmedisch centrum en Storex heeft dan weer heel wat ervaring met de thermische regulatie van ruimtes.
Nieuwe pakken
In de volgende fase zullen de partners nieuwe designs ontwikkelen. Zo willen ze pakken ontwerpen die extra koelen in de zones waar dat het meeste nodig is. Er kunnen variaties worden voorzien in functie van koelingstijd en actieve koelzones. Nagaan of de outfits effectief werken, kan op twee manieren: enerzijds door de atleten die de pakken testen te bevragen, anderzijds via objectieve metingen in een testkamer waar de zuurstofgraad, temperatuur en luchtvochtigheid aanpasbaar zijn. Het doel is om tegen het voorjaar van 2018 al enkele tenues uitgebreid te testen.
Meer info: www.flandersbikevalley.be, www.inuteq.com, www.smcsportmax.nl en www.storex.nl